Dinsdagmorgen,
Als je als trainer een aantal jaren groepen begeleidt dan bouw je best een behoorlijke vertrouwenspositie op. Recreanten komen trainen ter ontspanning en om wat conditie op te bouwen en zeker niet in de laatste plaats voor de sociale contacten en gezelligheid. Daar zit jij als trainer tussenin.
Wordt bijna iedereen op zijn of haar werk al vaak blootgesteld aan kritiek en dan ben je op de club is er nog eens zo iemand als een trainer die ook nog eens kritiek heeft op jouw looptechniek. Zit daar iemand op te wachten? Tot op dit moment heb ik er eigenlijk nog geen last van gehad dat men dat niet op prijs stelde. Dus kennelijk is het dan toch zo dat door een betere techniek sneller wil lopen of in ieder geval dat het minder energie kost.
Maar de vertrouwenspositie wordt nog meer duidelijk als er een van de lopers/loopsters naar je toekomt en dingen verteld waarvan zij vinden dat een trainer dat moet weten. Dat kan over allerlei zaken zijn. Vaak zijn het wel zaken die van invloed zijn op de training. Niet alles, permanent of tijdelijk, mee kunnen doen omreden van welk lichamelijk ongemak dan ook. Je positie is dan vaak er eentje van horen, zien en zwijgen.
Gisterenavond bij onze duurloop was het zwijgen. We liepen hetzelfde rondje als vorige week met aan het einde nog een extra lusje van een paar 100 m. Het ging ruim 5′ sneller op een rondje van 15 km. Dat scheelt een slok op een borrel en wordt het aanmerkelijk stiller binnen de groep. Onze vriend, de wind, liep ook mee. Soms met een duwtje in de rug soms met een genadeloze klap in je gezicht. Tja….zo soms zit het je al eens mee en soms zit het eens tegen. Het houdt elkaar wel ongeveer in balans.
Lekkere vrienden heb jij: wind… Ik pap toch liever aan met mijn maatjes sneeuw en kou.
Jouw lopers zijn met hun gat in de boter gevallen met een trainer zoals jij, daar ben ik zeker van. En heel fijn ook dat ze het gevoel hebben bij jou terecht te kunnen met persoonlijke dingen, dat zegt veel. Pluim op je hoed!