Zondagmiddag,
In een vakantieperiode kun je er geen vat op krijgen om in te schatten hoe groot de opkomst van de groepen zal zijn. Afgelopen woensdag op de baantraining was de groep maar heel minimaal. Kon ook komen omdat er voor woensdagavond code oranje was afgegeven voor het zuiden. Het was dan wel warm maar er kwam geen druppel uit de lucht vallen. Bij zo’n gelegenheid laat ik soms wel het schema voor wat het ook is en improviseer ik wel een training. Vaak doe ik dan een beroep op tempogevoel en discipline. Afgelopen woensdag kreeg iedereen een gekleurd kegeltje en op mijn fluitsignaal beginnen aan een tempo van 2 minuten. Dan fluit ik af en iedereen legt zijn kegeltje op de plek tot waar hij of zij kwam.
Na een drinkpauze weer verzamelen op het startpunt en doe een poging om in de volgende 2 minuten net iets verder te komen. Verhuis het kegeltje naar de nieuwe plek. We gaan voor 5 keer. Nee….als je niet tot bij je kegeltje komt verhuist dat niet terug. Verplaatsen kan alleen vooruit.
De competitiedrang en overschatting viert hoogtij.
Was de opkomst op woensdag niet groot bleek op zaterdagmorgen, met een identieke training, de groep in grootte redelijk normaal te noemen. Ik zei al je weet het nooit.
Vanmorgen met de bostraining was ik al redelijk vroeg om een stukje te verkennen of dat wat ik in mijn gedachten had te kunnen doen. Nog geen 10′ onderweg of ik loop weer tegen de kudde wisenten op. Kennelijk beginnen ze te wennen aan de mensen. Weer vlak tegen de afrastering aan in de schaduw van wat bomen.
Terwijl ik stop en een foto maak gaan ze onverstoord door met herkauwen en rusten.
Ik hoopte dat ze er nog zouden zijn als ik hier straks weer langs kom met de groep. Zelfs op de weg terug naar huis lagen ze nog steeds op dezelfde plek.
Maar goed dat het rondje waar we onze training liepen groot genoeg was anders hadden we op een kluitje gelopen zo groot was de groep vanmorgen.
Zo zie je maar je weet het nooit. Maar geen prognose er aan wagen voor morgenavond.