Dinsdagmorgen,
Of het nou maandagavond of donderdagmorgen is bijna altijd wordt er wel een keertje geroepen dat er iemand de kant in moet voor een sanitaire stop. De een heeft er al wat vaker last van dan de ander. De een heeft ook wat meer schroom om de berm op te zoeken dan de ander maar doorlopen is vaak ook geen optie. Ooit op een maandagavond overkwam dat een jonge loopster. Hilarisch destijds.
Als er een stop is dan zie ook meteen meerdere lopers er gebruik van maken nu we toch nagenoeg stilstaan. Er wordt in elk geval niet knalhard doorgelopen. Nou moet ik zeggen dat het mij niet vak gebeurt dat ik de kant in moet. Niet om te plassen maar ook niet omdat mijn darmen opspelen.
Voor zover ik me kan herinneren is het mij twee overkomen. Een keer tijdens een training toen ik van mijn werk in Oss naar huis liep. Maar ook eens tijdens een halve marathon in Eersel in 1994. Het jaar daarvoor had ik hier een PR gelopen en dacht dat deze keer ook weer te kunnen. Helemaal op schema tot bijna bij 8 km en toen voelde het alsof er een flinke wind in de weg zat. Even later wist ik wel beter en moest net na het 10 km punt de bosjes in. En nou duurt zo’n stop niet zo lang maar 1′ ben je al snel kwijt en het tempo verlies vanaf 8 km tot voorbij het 10 km punt dan kun je een PR wel schudden.
Na de stop ging het wel weer en kon ik nog best doorlopen.
Nou is een sanitaire stop niet helemaal onlogisch want door de impact van iedere landing krijgen zowel je blaas als je darmen een gratis massagebeurt. Het overkomt ook lopers niet vaak dat ze moeite hebben met hun stoelgang. Letterlijk en figuurlijk loopt dat meestal als vanzelf.
Er stond gisteren een herstelloopje op de lijst van een uur na de heuvelrugcross. Niet echt dus want er werd stevig doorgelopen. Niemand iets mee geleden denk ik dan.